Cabotage is toegestaan onder dekking van de communautaire vergunning. Hierbij gelden de volgende voorschriften.
BTW
Vervoerders die cabotage in Groot-Brittannië verrichten en daarmee een jaarlijkse omzet van meer dan £56.000 bereiken zijn BTW-plichtig en verplicht zich te laten registreren. Daarvoor wordt de omzet van verschillende bedrijfsactiviteiten bij elkaar opgeteld. Het BTW-tarief voor transportdiensten bedraagt 20 procent. Bij het verleggen van de BTW dient op de factuur aan de Engelse opdrachtgever vermeld te worden: “VAT self impose art. 28 quarter C, 3.”
Maten en gewichten
Zie Toegestane maximummaten en -gewichten.
Rij- en rusttijden
Van toepassing is de rij- en rusttijdenregeling zoals opgenomen in EU-Verordening 561/2006 (maximale rijtijden en minimale rusttijden) en Verordening 3821/85 (controle, gebruik tachograaf). Voor voertuigen waarop EU-Verordening 561/2006 niet van toepassing is (zie artikel 4 en 13 van deze Verordening) gelden de volgende nationale voorschriften.
Dagelijkse maximale rijtijd: niet meer dan 10 uur per periode van 24 uur.
Dagelijkse maximale werktijd: niet meer dan 11 uur per periode van 24 uur.
• Een chauffeur is uitgezonderd van de dagelijkse maximale werktijd als hij op die werkdag niet rijdt
• Een chauffeur die in een week (beginnend middernacht zondag/maandag) een dag minder dan 4 uur rijdt, is die week niet gehouden aan de rij- en rusttijdenregeling. Hij is dan tevens niet gehouden aan de dagelijkse maximale werktijd
De nationale regels worden versoepeld in geval van nood, waarbij onmiddellijke actie noodzakelijk is.
Tarieven en contractuele voorwaarden
Tarieven en voorwaarden kunnen vrij worden overeengekomen.
Tijdelijk verblijf
Sinds 14 mei 2010 zijn in Groot-Brittannië 3 cabotageritten binnen 7 dagen toegestaan, mits volgend op een internationale rit met hetzelfde voertuig waarbij eerst de lading bestemd Groot-Brittannië werd gelost. Eén cabotagerit binnen 3 dagen is toegestaan wanneer een voertuig leeg Groot-Brittannië binnenreed in aansluiting op een internationale rit, waarbij goederen werden gelost in een andere EUlidstaat. CMR’s van internationale ritten dienen aan boord te zijn.
Vervoer van bepaalde goederen
• Gevaarlijke stoffen
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn in de eerste plaats binnenlandse voorschriften van toepassing, met name op het gebied van persoonlijke uitrusting en de gevarenuitrusting. De thans geldende voorschriften wijken niet veel af van de bepalingen van het ADR. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Department of Transport, voor contactgegevens zie Adressen.
Het ADR wordt in het nationale verkeer toegepast.
• Bederfelijke levensmiddelen
Voor het vervoer van bederfelijke levensmiddelen gelden geen nationale voorschriften. Het is voldoende de ATP bepalingen na te leven.
• Levende dieren
Voor het vervoer van levende dieren gelden met name ‘The Transit of Animals (General) Order 1973’, ‘ The Transit of Animals (Road and Rail) Order 1975’, ‘The Transit of Animals (Amendment) Order 1988’ en ‘The Welfare of Animals during Transport Order 1992’. Hierin zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot het laden en lossen, het voederen, luchten, afmetingen van de compartimenten en andere voorzieningen op het voertuig.